vrijdag 24 februari 2012

Een nieuwe mongool, vraagteken

Ik blijf een beetje in de Johnny van Doorn-sferen hangen. Een nieuwe Mongool is de titel van een van zijn dichtbundels en die titel komt nu goed van pas bij dit stukje. Mongolen zijn opmerkelijke mensen in de ware zin des woords. Ze vallen op. In mijn jeugd heb ik eigenlijk van mijn achtste tot mijn negentiende elke dag gevoetbald, ofwel in het park, op pleintjes, op straat en uiteraard op het voetbalveld. Een lente- en zomerperiode werd het voetballen voor een deel gekenmerkt door het voetballen met mongolen. In de buurt van het park waar wij vaak voetbalden was een BLO (school voor Bijzonder Laag Onderwijs). In die periode waren de mongolen ook vaak aan het voetballen in het park en al snel besloten we om met de begeleiders 2 gemixte teams samen te stellen en een wedstrijdje te spelen. Zo kwam het dus dat we in een team kwamen van 4 mongolen en 4 niet-mongolen dat weer speelde tegen zo'n zelfde team. Het was een win-winsituatie voor iedereen en elke week voetbalden we een paar keer in deze samenstelling. Ik leerde toen dat er allerlei soorten mongolen zijn. Mongolen die als ze eenmaal de bal hadden, richting kanaal sprintten en de bal in het water gooiden, mongolen die er wat van probeerden te maken. Mongolen die er niets van probeerden te maken, maar zich toch enorm amuseerden. Hoe dan ook, de mongolen en de niet-mongolen dartelden over het het veld en iedereen was blij. Behalve een mongool. Deze mongool was altijd boos. Hij ging meestal met een boos gezicht ergens op het veld zitten en was niet in beweging te krijgen. De begeleiding liet hem en wij ook.
Als ik tegenwoordig mijn zaterdagse rondje door de grote wereldstad E maak, dan zie ik als het centrum inloop altijd een mongool op een stoel voor een horeca-etablissement zitten. Hij zit daar een sigaretje te roken als een soort dandy met zijn benen over elkaar. Het is een chique mongool. Goed gekleed, maar hij is en kijkt immer boos. J zoals hij heet, zal ik een uur later zien binnenkomen in het cafĂ© waar ik  's middags altijd een paar biertjes drink en de krant lees. J komt dan binnen (zie afbeelding), en krijgt dan altijd een muntje van 2 Euro en een sigaret. Hij is dan nog steeds nors. Als hij in plaats van 1 muntje van 2 Euro, 2 muntjes van 1 Euro krijgt, breekt de pleuritis uit bij J: EEN GROTE! roept hij dan boos en blijft even afwachtend staan. Als hij zijn zin niet krijgt, gaat hij buiten zijn sigaretje oproken. BOOS! Hij bekijkt de muntjes vorsend en ontevreden. Als hij zijn sigaretje op heeft, vervolgt hij z'n weg naar de trappen voor de V&D en gaat daar zitten. BOOS! Daar bekijkt hij de muntjes nogmaals uitgebreid. Nog later in de middag kom ik hem weer tegen op weg naar huis. Afgelopen zaterdag stond hij in een hoek van negentig graden gebukt ergens midden op straat nog steeds naar zijn muntjes te kijken. Afgelopen zaterdag vroeg ik me ook af of hij dezelfde is als de boze voetbalmongool van zo'n jaar of 40 geleden, want hij heeft wel de leeftijd.