donderdag 9 juni 2011

Berichten uit de hel

Inmiddels staat heel ons leven op de kop sinds het hersteljaar van M. definitief is begonnen. Het huis moet zo'n beetje bacterievrij zijn; het voedsel aangepast. Een nieuwe wereld. Dit alles betekent ook dat ik sinds kort een jaar ontheffing heb van mijn supermarktverbod. Afgelopen zaterdag moest ik vooral op zoek naar schoonmaakartikelen: alcoholgel voor de handen, huishoudhandschoenen, veel soorten desinfecterende middelen. Ik was verward en liep zo'n 3 kwartier door de 2 gangen (beide zijden, dus 4 mogelijkheden, alles bij elkaar ongeveer 32 meter lang en 2 meter hoog, dus 64 m2 aan schoonmaakartikelen en aanverwante rommel). Ik had een lijstje meegekregen: dieper kan een mens niet zinken. Een karretje en een lijstje. Na een half uur begon ik op te vallen bij het personeel, maar ik moest het lijstje afwerken en begon nog gehaaster en ongestructureerder te zoeken, het zweet brak me uit. Wat dachten ze over me? Dat ik een lijk weg aan werken was, een kalf ritueel had geslacht, dat ik aan een overdosis smetvrees leed? Uiteindelijk had ik alles bij elkaar en verliet half misselijk en hollend de winkel, nagestaard door het personeel.
Ik besloot de volgende dag om tijdens mijn tocht door de hel een sociologisch onderzoek te plegen om de aandacht voor mezelf wat af te leiden en zo misschien fictief sneller uit het inferno te zijn. De uitkomst was verrassend; de hedendaagse jeugd kan niet plannen en/of geen prioriteiten stellen, 2 belangrijke competenties weet ik uit het inmiddels bijna afgeschafte competentiegericht onderwijs.
Het was zondag; ik was toch nog wat schoonmaakmiddelen en andere waren vergeten. De kruidenier op de Hoogstraat-binnen-de-rondweg was om 4 uur open. Ik ging om half vijf, iedereen zou nog wel op een terras hangen of andere leuke dingen aan het doen zijn, dacht ik. Niets van dit alles! Het was een geweldige chaos van jongeren tussen de 20 en 35 die op zondagmiddag hun tijd aan het verdoen waren in de hel. Wat bezielt die jeugd? Waarom doen ze niet wat ze moeten doen? Niets; studeren; op een terras hangen; lezen; muziek maken; de tango dansen. Ik keek verder rond; ik was veruit de oudste. Ik besloot me te concentreren op het zoeken naar 'kip in braadzak'. De bedienden waren zondaghulpen, die aan het leren waren voor zaterdaghulp. Niemand die wist waar 'kip in braadzak' lag. Sommigen wisten niet eens wat het was. Bestond het wel? Ook daar werd ik al nagewezen ... kip in braadzak. Uiteindelijk vond ik haar en zag tot mijn geruststelling een stelletje rondlopen dat nog ouder was dan ik ben. Te zien aan de inhoud van hun karretje waren het duidelijk alcoholisten. Zij hadden dus wel wat te zoeken in de hel.