woensdag 15 april 2009

Bisse (1)



Nog 2 weken en dan zit ik er. Waar? In het einddorp Bisse in Hongarije. Bisse bestaat uit 3 straten en een toegangsweg. Er zijn wel wat paden om het dorp op een andere manier uit te komen, maar daar is met de auto geen beginnen aan. De ene weg gaat richting een visvijver (de enige attractie van het dorp) en eindigt daarna in een pad, de andere weg gaat langs het kerkhof (waar katholieken, protestanten en zigeuners gebroederlijk en gezusterlijk begraven liggen) en eindigt in een pad in de heuvels waar wilde zwijnen, herten en andere onduidelijke dieren rondzwerven. Het is dus een einddorp en dat heeft wel wat. De Europese Unie wil weliswaar een einde maken aan de einddorpen in Europa, maar dat lukt ze niet (en zeker niet in Hongarije) of ze moeten Neelie Kroes op deze taak zetten. Aangezien wij in het midden van de straat wonen en dus maar een gedeelte van het verkeer zien, komen er per dag ongeveer 4 auto's, 6 tractoren, 4 onduidelijke vehikels, 2 brommers en als het er landbouwkundig de tijd voor is een colonne John Deere's langs. Het dorp telt 250 inwoners, waarvan 30 zigeuners, die voor het merendeel links achterin wonen. Er is 1 winkel en 1 café dat op onregelmatige tijden open is en waar eigenlijk ook geen moer te doen is. Vroeger kwamen we er nog wel eens, maar we hebben langzaam het contact met de bevolking verloren, zoals de dorpelingen zelf ook het contact met de buitenwereld verloren schijnen te hebben. Wat wel opvalt, is dat de bevolking inderdaad een soort boersheid uitstraalt, maar dat er van echte inteeltkoppen geen sprake is. Wel zijn ze uiteraard vaak somber gestemd, ook als ze gedronken hebben. Doodsoorzaak nummer 1 in het dorp is levercirrose, een aandoening veroorzaakt door het drinken van bijvoorbeeld te veel wijn (7 liter per dag) of zelfgestookte Palinka, gedestilleerd van peren, abrikozen of welk fruit ze maar kunnen vinden. Morgen meer over enkele dorpsiconen.