maandag 23 maart 2009

Ober


Afgelopen weekeinde weer eens in een onbekend modern café geweest. Niet prettig allemaal, die Nederlandse horeca tegenwoordig. Waar gaat het om? In een café wil ik een ober zien. Vroeger, in de middelgrote industriestad E. was er een markt; op die markt was een 10-tal cafes en al die cafés hadden obers. Deze obers hadden een versleten, glanzend, beetje vettig zwart pak aan en stonden aan de bar een sigaretje te roken, een beetje te oudehoeren met de klandizie en hielden tussentijds de rest van de klanten in de gaten. Een simpele hand- of oogbeweging was genoeg om de ober te activeren. De echte goede obers hadden dit niet eens nodig en wisten precies op tijd het lege glas weg te halen en te vervangen door een gevuld glas. Dit alles zonder de klanten in hun gesprek of bezigheid te storen.
Daarnaast hadden deze obers ook alle informatie die in zo'n middelgroot provinciestadje omgaat. Als je behoefte had, dan kon je er naar vragen en kreeg je keurig antwoord. Het antwoord had betrekking op de vraag zonder dat de ober zijn eigen trivialiteiten te berde bracht. Fijn, zo hoort het.
Tegenwoordig is het afzien; de hierboven geschetste persoon is vervangen door 17 of 18-jarigen die totaal geen verstand van horeca hebben, vaste klanten niet (kunnen) herkennen, want werken maar een paar uurtjes 'bij'. Daarnaast hebben ze ook niet het vermogen om een klant en zijn aanhang te herkennen in het drinktempo. Als je na veel handgezwaai, eindelijk iemand te pakken hebt en je vraagt: 'doe nog maar iedereen hetzelfde', slaat de verwaring meedogenloos toe. Uiteindelijk moet dan toch weer de hele bestelling opgeschreven worden, in de kompjoeter worden ingevoerd en krijg je het geheel slordig en na lang wachten op je tafeltje. Logisch dat ik mijn geld niet meer naar de Nederlandse horeca breng. En de horeca-ondernemers maar klagen.
Het beste land qua horeca in Europa is Spanje: daar lopen ze nog steeds rond (zie foto, het was warm, dus hij heeft zijn jasje uit en is door de antirookterreur-wet naar buiten gedwongen). Na een korte observatie weten ze precies hoe het zit: deze gasten willen geen overbodige vragen en zeker niet uitdrogen. Achteloos, met een doek over zijn schouder, staat hij achter in kroeg zijn klandizie in de gaten te houden. Hij hoeft niets in de kompjoeter in te voeren. De rekening heeft hij met een krijtje op de bar geschreven, dan wel in zijn hoofd zitten.

Goede zin (1)

Een goede zin is een goede zin als ik er goede zin van krijg. Dat kan zijn omdat de zin stilistisch goed in elkaar zit of omdat de zin qua inhoud absurdistisch of anderszins om te lachen is of een combinatie. Soms zal ik de bron en de context vermelden. Deze zin behoeft geen context:


... Het Ministerie van Arbeid zit namelijk met de handen in het haar omdat de wet eigenlijk sinds 1994 van alles voorschrijft maar dat met 8 inspecteurs, geen standaarden, louche Chinese aannemers die bijna enkel werken met in China vervroegd vrijgelaten criminelen, werkgevers die voor het grootste deel nog nooit van arbeidsomstandigheden en veiligheid hebben gehoord, 1,5 tot 2 doden gemiddeld door ongelukken op en rond werkplekken per week, en een grote achterdocht tussen alle betrokkenen het heel moeilijk is om echte stappen voorwaarts te maken ...