woensdag 8 december 2010

Chloride, AZ



Eerst maar even de waan van de dag. Waar was ik op de dag dat Lennon overleed? Niet dat ik echt een Beatles- of Lennonfanaat was, maar het was toen wel nieuws. Het vreemde was, dat ik het nieuws pas een dag later hoorde. Op donderdag (denk ik) 8 december 1980 was ik namelijk op herhaling. Ik reed toen met een Sjiep op de Veluwe en die dag moesten we verplicht, het miste, je zag vrijwel niets, veel kogels schieten op doelen die we niet zagen. Nutteloos dus. Het was de op 1 na laatste dag van een marteling die 3 weken heeft geduurd. Het was koud, natte sneeuw, een Wachtmeester waar ik meteen ruzie mee had en een vreselijke positivo als voertuigcommandant. De dag daarop reden we terug naar, of all places, Ossendrecht, om mijn Sjiep in te leveren en eindelijk huiswaarts te gaan. Zoals iedereen weet is de chauffeur altijd verantwoordelijk voor zijn voertuig en moet zo'n ding in militaire dienst altijd zo ingeleverd worden zoals je hem hebt ontvangen, dus schoon, zonder schade of andere gebreken. We hadden flink door de mud gerost, dus moest ik in de vrieskoude mijn voertuig met koud water schoonspuiten. Een ellendig werkje te meer daar ik volledig kapot zat en ik een andere definitie van 'schoon' had dan de legerleiding. Iedereen was op en toe aan slaap en warmte. Onderweg naar de thuisbasis was het zelfs zo erg dat onze Nazi-commandat het ons gunde om tussen Tilburg en Breda bij een VanderValk RastStatte even op te warmen. Ik was toen al zo ver dat ik door het dak de sterren kon zien en meer dan 50 % had zijn wapen vergeten mee te nemen naar binnen. Normaal goed voor de doodstraf.
Maar goed, na het schoonspuiten wilde ik mijn voertuig starten. Het ding weigerde. Ik wist meteen wat dat betekende: de jongens van Herstel (ook op herhaling) zouden een nieuwe startmotor moeten monteren, maar zij lagen te genieten van hun welverdiende rust, want zij hadden bij al die koude ook nog echt moeten werken. Bovendien zouden ze het toch niet doen omdat de herhaling was uitgemond in een ware chaos, waarin meerderen niets meer te zeggen over ons en omgekeerd. Ik besloot het er op te wagen. Voertuig aangeduwd en met draaiende motor naar het inleverpunt, motor laten draaien en maar hopen dat ik de inspectie door kwam en dan hard wegrijden en de Sjiep parkeren. Helaas, er bleek ergens een deuk te zitten en ik moest een formulier invullen. De motor mocht best uit. Formulier ingevuld, gedaan alsof mijn neus bloedde en daarna het ding gestart. Lukte dus niet en de Adjudant vertelde mij wat ik al wist; dit moest door ons Herstelbataljon opgeknapt worden. Het was een Adjudant van het autistische soort; een soort Dzjek de Vries. Ik moest bijna huilen (echt deze keer). Er was nog een hoop; ik ging op zoek naar een Luitenant der 2e klasse (ook op herhaling). De enige die volgens mij nog een beetje verstand en gevoel had. Ik legde mijn geval voor, hij keek mij aan; zag de tranen in mijn ogen, las de wanhoop in mijn gezicht en liep met mij naar Adjudant Dzjek en redde me. Daarna liep ik naar mijn kamer, pakte m'n plunjebaal in, leverde deze in, betaalde m'n boetes voor de ontbrekende spullen en andere overtredingen tegen het gezag (ik hield uiteindelijk aan 3 weken herhaling 30 gulden over), liep naar de kantine, zag een Telegraaf (ook dat nog) liggen met het bericht dat Lennon was overleden de dag daarvoor. Morgen ga ik vertellen over Chloride, AZ, en wat die foto daar nu allemaal mee te maken heeft, want dit moest ik eerst even kwijt.