vrijdag 11 juni 2010

Polgarmeister


Polgarmeister is de Hongaarse benaming voor burgemeester. In het verre en verwarde Hongarije staat ons huis naast dat van de burgemeester. De burgemeester is een enigszins norse n0-nonsense boer, die daarnaast ook nog een functie heeft in de plaatselijke coƶperatie. Een burgemeester in H. is een van de dorpelingen en wordt gekozen. De burgemeester heeft ook wat macht, bijvoorbeeld om te bepalen wat er op August husz (20 augustus, nationale feestdag) gebeurt in het dorp. Dat kan een gezamenlijke eetpartij, gevolgd door een optreden van een komiek (Hongaren kunnen daar erg om lachen) en daarna dansen op het geluid van een orkestje zijn. Er wordt dan stevig gedronken. Ook kan er bij een ander dorp op bezoek gegaan worden. De hele bevolking (plusminus 250 man en vrouw, ik weet niet of de zigeuners uit het dorp mee mogen) wordt in bussen gepropt en aldaar wordt een programma afgewerkt. Een aantal jaren geleden had men zich drankmatig misdragen tijdens zo'n bezoek en dan kan de Polgarmeister verordonneren dat men het jaar daarop voor straf per bus (zonder airco) naar Boedapest moet om het parlement te bezoeken (zonder drank).
De burgemeester past op ons huis en maait het gras. Daarvoor moet hij elk jaar geld hebben en het is elk jaar weer afwachten of er geen verhoging komt. In mei wordt deze betaling gedaan. Aangezien de burgemeester geen enkel woord over de grens spreekt, verlopen de gesprekken altijd tamelijk moeizaam. Ook dit jaar moest er weer betaald worden. Dat gaat volgens een vast scenario: ik loop op zijn erf, roep hard JONAPOT (goedendag), dan komt de buurvrouw naar buiten, begint met haar armen te zwaaien, komt op mij af, zoent mij 2 maal (ze heeft een snor, dus schuurt wat), brabbelt wat, daarna moet ik oma nog een hand geven, die in het Hongaars vertelt dat ze inmiddels 92 is (zij staat in een hoek van 90 graden want rugklachten). Dan komt de burgemeester naar buiten, schudt de hand en naar binnen. Palinka (de plaatselijke zelfgemaakte genever)? Nem kuszunum (neen dankuwel, daar word ik blind van), wijntje? Jo (dat is goed). Daarna begint het tellen van de bankbiljetten: 150.000 forint. Rond de 100.000 begint hij al bedenkelijk te kijken. Ik ook denken: wat zou er nu weer aan de hand zijn; ik vermoed: inflatio. Na de 150.000 uitgeteld te hebben, vraag ik of het goed is. Er wordt een beetje droef gekeken. De vrouw brabbelt wat, de man ook; ik doe net of het niet begrijp. Daarna beginnen ze een grasmachinebeweging na te doen en het woord BENZIN te roepen. Ik begrijp het: de benzine voor de grasmachine is duurder geworden. Ik leg 5.000 forint op tafel. Niet genoeg dus. Nog 5.000 er bij. Ze knikken. We praten nog wat, voor zover dat lukt. Ik vertel ze dat HOLNAP (morgen) alles gemaaid moet zijn (maak dezelfde maaibeweging als zij hebben gemaakt hebben) en loop naar huis, onderweg nadenkend over wat ze volgend jaar kunnen verzinnen.
De foto is een tafereeltje in het dorp.