woensdag 30 november 2011

U

De meeste studenten van onze school komen van ten zuiden de grote wereldstad E of nog verder vanuit de Generaliteitslanden. Op de toeleverende scholen hebben ze allerlei aanspreekvormen gebruikt: gij, jij, Frits, u, mister, meneer of eh! Gauleiter W en zijn knokploeg hebben verzonnen dat 'U' de toekomstige aanspreektitel voor een docent gaat worden, want daarmee wordt de orde hersteld. Ik moet de Gauleiter helaas tegenspreken als dat nog mag. Het gaat niet om 'U', het gaat er om dat je de mennekes een beetje begrijpt en manipuleert. Vandaag sprak ik een 2de klasser aan; de studenten hadden net hun 1ste puntenlijst gehad en waren vorige week besproken. Ik zei tegen hem dat het tijd werd om eens wat te gaan doen en dat het de laatste keer was geweest dat hij te laat was. Ik voorspelde hem een zwaar gesprek deze avond met zijn 'loopbaanbegeleider' (zo heet een klassenleraar tegenwoordig). Vorig jaar was ik zijn begeleider geweest en ik wist nog dat de vader van Jim zijn zoon wel kende en ons als school zelfs steunde in onze aanpak. Fijne momenten zijn dat. Jim vroeg ook nog met een glimlach of hij misschien in aanmerking kwam voor het gevreesde '21-minutengesprek'. Ik vertelde hem dat dit altijd tot de mogelijkheden behoorde. Wat is dat, het 21-minuten-gesprek? Na een maandje in het 1ste jaar beginnen meestal de eerste lastige studenten zich te ontplooien; er moet nog wat laat-puberaal gedoe uit. Als er een leerling uitgestuurd wordt of bij mijzelf in de klas knippert er een te vaak met zijn ogen vraag ik of hij soms zin heeft in een 21-minutengesprek. Meestal vraagt hij dan wat dat is en anders vertel ik het hem zelf wel: 'dan moet je 21 minuten lang naar mijn gezeur luisteren zonder dat je iets terug mag zeggen en dat is geen pretje, dat kun je ter verificatie vragen aan een 3de of 4de jaars.' Daarna komt de volgende vraag: 'waarom 21 minuten?' 'Omdat na 21 minuten de geestelijke pijngrens is bereikt en studenten dan heel hard om hun moeder, vader, verzorger, Jezus of Mohammed beginnen te schreeuwen.' Als er toevallig een 3de of 4de-jaars in de buurt vraag ik of hij dit kan bevestigen. Zij spelen het spel altijd mee en zeggen al jaren gewoon Wim zonder dat ik veel problemen met ze heb. Het 21-minutengesprek leidt een eigen leven, maar is nog nooit gevoerd. Toch zou ik voor een keer wel eens een 21-minutengesprek met Gauleiter W of een van de leden van zijn SA-Abteilung willen voeren.