Bugac is een nederzetting in de Hongaarse poesta. De poesta is net zoiets al een woestijn, maar dan enigszins begroeid; desolaat. Op zich opent dat perspectieven, want die verlatenheid is meestal reinigend voor het hoofd. Ik ben 5 dagen in Bugacs geweest en heb er echter nog steeds een licht trauma van. Vanuit Boedapest werd ik naar Bugacs vervoerd om daar m'n Hongaarse teamgenoten te ontmoeten waarmee we het curriculum voor het Hongaars moedertaalonderricht op het MBO zouden beschouwen en het 'Europa-proof' zouden gaan maken. Ik had het huidige curriculum al mogen zien en deze week zou ik met een plan moeten komen voor wat betreft herschikken, aanpassen en eventueel verbeteren. Ze hadden zelf ook al een voorstel gemaakt.
Dag 1 en 2 werd ik aan een kruisverhoor onderworpen. De achterliggende gedachte bij de Hongaren was dat een 'niet-Doctor' nooit capabel kon zijn om ook maar iets te zeggen over hun inhouden. Zij waren allemaal wel Doctor en dus universitair geschoold (een Hongaarse Doctor is net zoiets als een Nederlandse Doctorandus). Even terzijde: in Finland (momenteel onderwijsland nummer 1 in de EU), moet ook iedere docent universitair geschoold zijn; een docent verdient daar vrij middelmatig, maar docent is in Finland nog een soort eretitel en daarom nemen veel academici het matige loon voor lief.
Enfin, het examen heb ik overleefd en daarna was het mijn beurt om met ideeën te komen. Voor tweederde was ik het wel eens met de inhoud, maar sommige zaken gingen mij te ver. Die tijd konden we beter gebruiken. Het ging mij vooral om de overdosis literatuur. Een 17-jarige MBO'er Werktuigbouwkunde moest o.a. hele stukken uit Dante's La Divinia Comedia op kunnen zeggen en Ulysses van James Joyce gelezen hebben en kunnen duiden. Ik wist dat het moeilijk lag om hierin te gaan schrappen, maar m.i. moest er plaats gemaakt worden voor andere zaken zoals bijvoorbeeld het schrijven van een sollicitatiebrief of het maken van een testrapport of modificatieplan (hoefde waarschijnlijk voor 1989 niet, maar stond nog steeds niet in het lesprogramma -we spreken over 1993). De literatuur werd bovendien vrijwel niet in de context gezet, dus m.i. onzinnig tijdverlies voor een 17-jarige werktuigbouwkundige in opleiding. In mijn voorstel hield ik de Hongaarse literatuur wel in stand (was de enige manier om te kunnen onderhandelen). In de namiddag van dag 3 presenteerde ik mijn voorstel. Ze trokken zich terug. Ik keek naar buiten: leegheid. Mobiele telefoons waren er niet, televisie niet aanwezig. Radio: niet te verstaan. Heilige Internet: bestond nauwelijks. Ik had wat boeken bij me en een walkman, maar de spanning die vooraf ging aan het uiteindelijk oordeel zorgde er voor dat ik me ook daar niet op kon concentreren. Ik was ik, en niets meer of minder. Ik moest het even uitzoeken met wat er in mijn hoofd zat. Als ze m'n voorstel zouden afkeuren, zouden de komende weken een hel zijn. Ik was onzeker en vroeg me af waarom ik in dit avontuur was gedoken. Het panzio was leeg, op de beheerder na. Aan de drank ging ook niet, want mijn hersenen moesten in topvorm zijn bij mijn antwoord. Ik had geen auto en het weer nodigde niet uit om buiten te gaan lopen. Desolaat dus. Van alles en iedereen verlaten.
Na een uur of 2 kwam de delegatie terug, 8 mensen tegenover me. Ik verwachtte een lang betoog (typisch voor Hongaren en dat is een van hun positieve eigenschappen: retoriek staat hoog in het vaandel) met daarin veel gedetailleerde kritiek die ik wel op kon vangen. De tolk was echter kort en bondig: 'Agreed, but not accepted!' Enigszins verdoofd wankelde ik naar achteren en liet de zin op me inwerken. Het kwam uiteindelijk nog goed en achteraf bleek de intentie zuiver; ze wilden nog verder de discussie in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten